Bloemen langs de weg

Steunpunt migranten met een visuele beperking

Het verhaal van Sango

‘Deze Maraboes vertelden mij dat ik het slachtoffer was geworden van een heks’

Nu is hij blind, maar toen Sango op 20 oktober 1975 in een klein dorpje in Kameroen werd geboren was hij een goedziende, gezonde baby.

Rond zijn dertiende jaar gingen zijn ogen geleidelijk achteruit. Voor die tijd deed hij wat iedere jongen in Kameroen nog steeds doet: in bomen klimmen, voetballen en vissen in de Nkam, de rivier die enkele kilometers van zijn dorp Nkondjok door het oerwoud stroomt.

In Kameroen had men geen idee wat de oorzaak was van zijn toenemende slechtziendheid. Pas na 1998, toen hij in Nederland woonde, stelde de artsen vast dat zijn blindheid veroorzaakt is door een virus dat de oogzenuwen aantast. In de volksmond heet dit ‘rivierblindheid’.

Rivierblindheid of onchocerciasis is wereldwijd de tweede veroorzaker van blindheid. 95 procent van iedereen die aan deze ziekte lijdt, woont in Afrika. De overbrenger van de parasiet is de zwarte vlieg die zich ophoudt rond snelstromende rivieren.

Sango: ‘Eigenlijk merkte ik in het begin niet dat ik slechter ging zien. Mijn vriendjes wel. Die zagen dat ik tijdens het voetballen de bal vaak mistte. Het bord met eten dat mijn tante voor mij neerzette, zag ik niet en ik strekte mijn hand uit om het te pakken. Thuis dachten ze dat ik grapjes maakte want dat deed ik graag.

Niemand vermoedde dat ik blind aan het worden was. Ik ook niet. Ik dacht dat ik misschien meer moest slapen maar ook dat hielp niet. Het werd van kwaad tot erger. Met mijn oom ging ik naar het ziekenhuis van Yaounde. Een blanke oogarts schreef mij een bril voor maar wij hadden geen geld en we gingen dus op zoek naar een andere oplossing.

De oogarts van het militaire hospitaal schreef medicijnen, pillen en injecties voor die ik dagelijks moest nemen. Toen pas merkte ik dat er echt iets aan de hand was. Een behandeling is erop gericht iemand beter te maken maar mijn ogen gingen razendsnel achteruit. Na anderhalf jaar besloot ik zelf met de medicijnen te stoppen. Daarna heb ik bij andere behandelaars, traditionele en later moderne, geprobeerd genezing te vinden maar niemand kon iets voor me doen.

Toen ik net in Nederland was, verraste het mij dat Jomanda volle zalen trok. In Kameroen hebben we heel veel Jomanda’s. Wij noemen hen Maraboes, Charlatans of traditionele genezers. Zij beweren dat zij via de voorvaderen macht kregen om sommige ziekten te genezen. Deze Maraboes vertelden mij dat ik het slachtoffer was geworden van een heks.
Of ik het geloofde? In onze samenleving was het zo dat kinderen en jongeren naar volwassenen moesten luisteren. Je dacht er niet over om het niet te geloven. Omdat ik slachtoffer was van een heks was er maar een manier om mijn ogen weer gezond te maken: via de traditionele genezers. Zij alleen hebben de kracht om de macht van de heksen te doorbreken.

Na jaren bleek dat oogartsen en traditionele genezers niets voor mij konden betekenen. Toen bleef er maar een over die me zou kunnen helpen. Ik sloot me aan bij de pinkstergemeente en probeerde via het gebed genezing te vinden.

Mijn moedertaal is Mbang. Kameroen kent vele talen en dialecten maar die heb je ook in Nederland. Het Gronings is totaal anders dan het Limburgs. De twee officiële talen in Kameroen zijn Frans en Engels. Dit heeft te maken met de koloniale geschiedenis. Als kind bezocht ik de basisschool in mijn dorp. Vervolgens verhuisde ik naar een tante in Douala waar ik naar de middelbare school ging.

In de tweede klas begonnen de problemen met mijn ogen en verhuisde ik weer, nu naar een oom in Yaoundé. Het ging niet langer en ik verliet de school. Vijf jaar van onzekerheid volgden. Ik wist niet dat je, als blinde of slechtziende, toch onderwijs kon volgen, zelfs in Kameroen. Dat ontdekte ik pas toen ik negentien jaar was.

In de jaren tachtig, toen ik blind werd, was er weinig informatie beschikbaar over de mogelijkheden voor blinden en slechtzienden. Mijn omgeving was ervan overtuigd dat ik veroordeeld was, misschien wel behekst en een vloek voor de familie. Het was het werk van boze geesten. Daarom houden de meeste families hun blinde en slechtziende kinderen thuis. Zelf had ik geen ouders meer. Mijn moeder is in 1979 overleden en mijn vader in 1987. Hij heeft mijn oogproblemen niet meegemaakt.

Toen ik negentien jaar was ging ik naar het ministerie van sociale zaken in Yaoundé om hulp te vragen. Een medewerker daar verwees me door naar het ministerie van telecommunicatie waar een blinde mevrouw werkte als telefoniste. Via haar kwam ik in contact met een stichting voor blinde jongeren. Daar leerde ik typen en braille.

Toen heb ik ook de draad van mijn leven weer opgepakt. Drie jaar lang liep ik naar de middelbare school van de Adventisten, tien kilometer heen en tien kilometer terug. Mijn tante had voor mij een uniform genaaid maar dat was een beetje te krap. De andere leerlingen van de school moesten altijd lachen als ze mij in dat uniform zagen. Samen met andere jongeren richtten we de Association Sportive des Aveugles et Malvoyants du Cameroun (ASAMC) op en in 1998 gingen we naar sportwedstrijden in Madrid. We kwamen er te laat omdat we te lang op een visum moesten wachten.

Hierna reisde ik door naar Utrecht, voor een bezoekje aan een blinde correspondentievriendin. Al pratend kwamen we er samen achter dat er voor mij in Nederland mogelijkheden waren om te studeren en ik besloot voorlopig te blijven om verder te leren.

Daarna volgde ik al snel het revalidatieprogramma van Visio Het Loo Erf in Apeldoorn. Ik was daar intern en ik leerde er onder andere de Nederlandse taal. Vervolgens bezocht ik het ROC in Hilversum. Na het staatsexamen Nederlands als tweede taal niveau 2 schreef ik mij in op de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ik studeerde er theologie en op 15 november 2013 mocht ik mijn bul in ontvangst nemen.

Ik was toen 37 jaar. Nu, één jaar en vele sollicitatiebrieven later, heb ik nog geen werk. In september startte ik met een opleiding voor tolk/vertaler Frans. Ik zie het maar als een soort omscholing. Hoe het met mij gaat? Ik blijf optimistisch want als ik de moed of de hoop opgeef, wat blijft er dan over in je leven als mens?’

Zoeken

Bezoekers info

Vandaag36
Gisteren50
Deze week174
Deze maand1215
Sinds 24-8-201588334

donderdag 28 maart 2024