Bloemen langs de weg

Steunpunt migranten met een visuele beperking

Het verhaal van Isaag

De witte stok bleek in het drukke Haagse centrum geen toverstokje

Isaag: ‘Ik heet Isaag, net als mijn vader. Ik ben geboren in Soedan. Mijn vader kwam uit het zuiden, uit Babamusa in Kordovan. Zijn familie bestond uit veehouders en voor hem was er geen werk. Hij trok naar het noorden, naar Omdurman, een industriestad die aan de Nijl tegenover Khartoem, de hoofdstad van Soedan ligt.

Daar ontmoette hij mijn moeder. Zij was geboren in Nupa, een dorp in het Noeba-gebergte. In de tuin van haar huisje zong ze een liedje. Mijn vader vond haar stem zo mooi dat hij met haar trouwde. Samen kregen ze acht kinderen. Vier jongens en vier meisjes. Ik ben de derde.

Mijn vader overleed in 1991 en mijn moeder in 2003. Ik heb nooit afscheid van haar kunnen nemen omdat ik in 1996 naar Nederland vluchtte.’

Isaag ontmoette ik voor de eerste keer tijdens het intakegesprek bij Visio in Leiden op 9 september 2003. Hij was een goedlachse bijna twee meter lange jongeman met een, ondanks zijn slechtziendheid, heldere blik in de ogen die nieuwsgierig, enthousiast en vol vertrouwen de voor hem nogal wazige en onbekende wereld inkeken.

Toen ik Isaag in februari 2011 weer sprak, de laatste zes jaar hadden we geen contact, ontmoette ik een man die alle hoop op een goede toekomst verloren had.

Visio Leiden was in 2005 gestopt met het project Revalidatietaal. Anderstaligen met een visuele beperking konden er de taal leren en tegelijkertijd revalideren. Het systeem was heel eenvoudig. In de lessen kregen de cursisten bijvoorbeeld de woorden ‘stok’, ‘stoep’ en ‘lantaarnpaal’ aangeboden en tijdens het stoklopen op straat bracht de zelfstandigheidstherapeut deze woorden in praktijk.

Sinds de lessen Nederlands als tweede taal niet meer gegeven werden, zat Isaag thuis. Om te lezen en te schrijven gebruikte hij een beeldschermloep, die, zo constateerde ik tijdens het bezoek in februari 2011, niet meer functioneerde. Zijn huis bleek vervuild. De muren zaten vol vochtplekken en Isaag had geen contact met mensen om hem heen.

Af en toe kwam er een vriend op bezoek die samen met hem boodschappen deed en eten kookte. Omdat de beeldschermloep niet meer werkte, las hij zijn post niet en opbellen was eveneens een probleem omdat hij de telefoonnummers niet kon noteren om ze vervolgens terug te kunnen lezen. Isaag ging niet alleen naar buiten. Hij durfde niet. Contact met een revalidatie-instelling had hij niet meer.

Isaag, nu 49 jaar, vluchtte naar Nederland toen hij 31 was. Voor zijn vertrek naar het Westen woonde Isaag in het Noeba-gebergte. Hij was daar om in het toenmalige oorlogsgebied de familie van zijn moeder te helpen. Hij zorgde daar voor de vrouwen en kinderen, haalde water en medicijnen voor hen en hielp hen verhuizen naar veiliger gebieden.

Tijdens de hulpverlening werd hij opgepakt door regeringssoldaten en tenslotte gedetineerd in Khartoem. Daarvandaan hebben vrienden van Isaag hem helpen vluchten. Eerst bevrijdden ze hem uit de gevangenis en vervolgens hielpen ze hem het land uit. Isaag kreeg van zijn vrienden een enkele reis naar Amsterdam.

Op Schiphol bracht de marechaussee hem na een dag naar Haarlem. Weer een dag later moest hij naar het asielzoekerscentrum in Leiden voor een verblijf van vier maanden. Vervolgens verhuisde hij naar het opvangcentrum in Gulpen. Vanuit Gulpen ging Isaag naar Den Haag, waar hij sinds 1997 woont.

Al in Zuid-Limburg ontving Isaag de A-status als vluchteling en vanaf 1998 is hij Nederlands staatsburger. Een mooie snelle start waar menig vluchteling jaloers op zou kunnen zijn. Pas aangekomen in Den Haag ging Isaag naar een school voor volwassenen waar hij Nederlandse taallessen kreeg. Hij had er zin in. Leren was voor hem vroeger, maar ook nu nog, niet alleen een noodzaak maar ook een behoefte die hij met veel plezier vervulde.

Eén jaar deed hij zijn best om, met zijn beperkte gezichtsvermogen, de lessen te blijven volgen. Toen maakte de schoolbegeleider hem duidelijk dat hij op het Educatief Centrum niet verder zou kunnen leren. Isaag zag niet voldoende om te kunnen lezen. Hij kon de lessen daardoor niet bijhouden en raakte te veel achter op de andere cursisten.

Met Isaags intellectuele vermogens is niets mis. In Soedan deed hij eindexamen voor de middelbare school. Hij spreekt en schrijft goed Engels. Ook zijn moedertaal, het Arabisch, beheerst hij uitstekend in woord en geschrift.

In Nederland bleek zijn slechte gezichtsvermogen een probleem. In Soedan lukte lezen en schrijven zonder hulpmiddelen nog wel, maar met het verstrijken van de jaren verminderde zijn gezichtsvermogen. Zijn zoektocht naar scholing en werk bleek al snel gepaard te gaan met hindernissen die hij onmogelijk in zijn eentje kon nemen.

Na het schooldebacle is Isaag door zijn huisarts verwezen naar een oogarts. Isaags slechte zicht wordt veroorzaakt door glaucoom. Bij deze oogziekte kan het vocht in de oogkamer niet weg. De druk in het oog wordt hoger en dit veroorzaakt een beschadiging van de oogzenuw. Glaucoom kan behandeld worden met oogdruppels. Bovendien moet een glaucoompatiënt regelmatig naar een oogarts om de oogdruk te laten meten zodat de druppels hierop aangepast kunnen worden.

In het oogziekenhuis in Rotterdam is hij geopereerd. Met deze ingreep hoopte de behandelend arts de oogdruk te verlagen. Helaas bleek de operatie niet het gewenste resultaat op te leveren. Wel kwam de hulpverlening op gang. Het oogziekenhuis verwees hem door naar Visio Leiden voor revalidatie en Nederlands als tweede taal. Verder bezocht hij een keer per week de dagopvang.

Na het stopzetten van de lessen in Leiden ging Isaag nog maar weinig de deur uit. Angst hield hem thuis. Hij durfde niet meer naar buiten. Enerzijds omdat hij de drukte van de binnenstad niet kon trotseren en anderzijds omdat hij enkele keren was bedreigd. Tweemaal zijn de ramen bij hem ingegooid met stenen en eenmaal is hij op straat met eieren bekogeld.

Vrienden die hem vaak begeleidden kregen werk, trouwden en hadden in de eerste plaats een gezin waar ze voor moesten zorgen. Langzaam maar zeker werd de situatie voor Isaag steeds nijpender en een bezoekje aan de oogarts was voor hem zo’n angstige onderneming dat hij zijn ogen niet meer liet controleren. Vooral dit laatste kan voor glaucoompatiënten desastreus zijn. Zijn ogen gingen meer en meer achteruit. Zijn bril brak en hij had niet de moed om er iets aan te doen.

Na een verblijf van vijftien jaar had Isaag hier in Nederland nog niets bereikt. Hij sprak de Nederlandse taal zeer slecht, hij vond geen werk en geen Nederlandse vrienden of kennissen. De witte stok bleek in het drukke Haagse centrum geen toverstokje. Zonder begeleiding waagde hij zich niet naar buiten.

 

Sinds het najaar van 2011 krijgt Isaag woonbegeleiding. Een medewerkster van Visio bezoekt hem een keer per week. Zij probeert om samen met Isaag zijn leven weer op de rails te krijgen.

Nu, najaar 2014, gaat het iets beter met Isaag. Hij heeft enkele contacten met vrienden en hij krijgt extra ondersteuning van de gemeente. Naar buiten gaat hij nog steeds niet. De angst die gedeeltelijk een gevolg is van de beschimpingen en pesterijen op straat jaren geleden, wil niet wijken.